“Speels en jong blijven, dat is typisch Don Bosco”
05-04-2006In vijftig jaar is Herman Kreike met het begrip Don Bosco verweven geraakt. Al jaren is hij één van de drijvende krachten van de jubilerende club. En dat vraagt steeds aanpassingen en veranderingen om met de tijd mee te kunnen gaan. De laatste jaren zei ‘Ome Herman’ steeds dat hij ging stoppen, daar is het eigenlijk nooit van gekomen. Maar dat had dan ook niemand verwacht. Het voorzitterschap heeft hij wel gedag gezegd, al een paar jaar terug. Janneke nam dat met succes van hem over. In dit jubileuminterview kijken we samen met hen terug op de afgelopen jaren, op hun taak als voorzitter, op de voor en nadelen en op hoe Don Bosco in hun privé-leven ingebakken zit.
“Volgens mij was ik was eigenlijk derde keuze,” begint Janneke,”maar omdat de eerste twee niet wilden hebben ze mij gevraagd als voorzitter”.
Dat Janneke ook genoemd werd, verbaasde haar: “Ik had zelfs nog nooit een bestuursvergadering bijgewoond en was nooit Verantwoordelijk Leider geweest. Toch heb ik niet lang over het antwoord na hoeven denken. Ik had zoiets van, Don Bosco hoort al sinds mijn 6e bij mijn leven en ik heb de tijd, dus kom maar op!”.
Wat maakt iemand tot voorzitter, vroeg ik me af.
Welke eigenschappen Janneke bezit die haar tot een kandidaat maakte, weet Herman eigenlijk niet meer precies. “Sommige mensen hebben dat gewoon,” verklaart hij. Hij heeft vertrouwen in mensen die zich aan hun afspraken houden. “Dat zie je niet veel meer, terwijl dat heel belangrijk is,” zegt hij. Janneke beaamt dat. Maar ze denkt ook dat het door haar liefde voor de club komt, dat ze gekozen was. Daarnaast moet je er ook wel zin hebben om de taak een paar jaar vol te houden. Je moet er echt voor gaan, voorzitter voor een jaartje, dat schiet niet op. Janneke:”Dan begin je er net een beetje in te komen”.
Toch is voorzitter zijn niet eens zo’n zware taak, zeggen ze beiden. Het is belangrijk dat er een voorzitter is voor crisissituaties, voor het leiden van de vergaderingen en voor de presentatie naar buiten toe. Maar het trainen van leiders en het voortouw nemen bij activiteiten wordt gedaan door de Hoofdleider. De voorzitter is er dus meer voor de zakelijke kant. Daarom is het belangrijk om contacten binnen de club te hebben, zodat je op de hoogte blijft van wat er speelt.
En die contacten maken het later juist weer moeilijk om te stoppen, hè Herman?
“Tot het vijftig jarig bestaan houd ik me bezig met het beheer van het clubhuis, ben hoofdredacteur en vormgever van het clubblad en bemoei me nog steeds een beetje met het bestuur, ook al zit ik daar nog maar een paar maanden in,” somt hij op. De Tufrit kan ook nog steeds op zijn enthousiasme rekenen: “Daar ga ik mee door zolang ik op mijn scootmobiel kan blijven zitten”. (Dat hij afgelopen keer bij het narijden van de rit als een hulpeloze man in de berm lag, vergeten we maar even.) Een hele lijst als je het zo hoort, dan zal Don Bosco wel ver in het privé-leven doordringen.
Hoe reageren jullie partners eigenlijk op hun gedeelde eerste plaats?, vroeg ik hen.
Janneke: “Mijn vriend Jan steunt me alleen maar met deze taak want we hebben elkaar ontmoet toen ik al voorzitter was. En gelukkig is hij graag thuis. Want nu we een kleine hebben, betekent het wel dat ze het ’s avonds vaak zonder me moeten stellen. Hij gunt het me en vindt het leuk voor me dat ik hierdoor zoveel contacten heb.” Hij wordt zelf ook veel gedag gezegd door haar kennissen. “Dan komt hij thuis en verteld hij dat hij nog aangesproken werd, maar geen idee had wie dat was,” zegt Janneke.
Herman vindt dat ‘zijn Tiny’ ook altijd achter hem heeft gestaan. Volgens hem is het belangrijk dat je partner achter je staat als je een bestuursfunctie hebt die wat meer tijd vergt. “Ik ging vroeger elke dag om zeven uur ’s avonds langs het clubgebouw om te buurten. Daar zei niemand wat over, dat was gewoon normaal,” vertelt de Don Bosco veteraan. Janneke is het eens met de steun die je van je partner moet hebben. Dat ze beiden nooit hebben geprobeerd hun lover in Don Bosco te trekken heeft zo zijn redenen.
Tiny mocht niet helpen, want Don Bosco was een echte mannenwereld vijftig jaar terug. Herman: “We hebben in die tijd nog wel eens geprobeerd de vrouwen in het ‘clubleven’ te betrekken, maar eigenlijk werd niemand daar blijer van. Daar zijn we toen ook mee gestopt.
Jan helpt soms wel mee met de Zwarte Pieten, maar hij is nooit echt overgehaald om leider te worden. “Dat was wel zo makkelijk sinds de geboorte van Finn,” grapt Janneke.
Op de vraag hoe Herman zijn stempel heeft gedrukt op Don Bosco moet hij even twijfelen.
“Ik denk dat ik altijd maar gedacht heb, begin maar en dan komt het wel goed,” zegt hij dan. “Ik denk juist dat uw perfectionisme het meest is opgevallen. Dat organiseren zit echt overal in,” antwoord Janneke. Herman: “Ja dat begin ik nu zelf ook in te zien.” De vrouwelijke voorzitter denkt dat zij zelf juist probeert om de dingen wat luchtiger te maken. “Soms maken mensen het zichzelf zo moeilijk,” zegt ze,”Terwijl het een stuk makkelijker kan.”
Aan stoppen denken de beide Don Bosco-fans nog niet.
“Ik dacht altijd dat ik wel wilde stoppen als ik moeder zou worden, maar ik ben bang dat ik het absoluut niet kan missen. Ik moet gewoon iets hebben om me bezig te houden.” Herman lukt het maar niet om definitief te stoppen met de club. “Stoppen betekent niet altijd meer vrijheid. Het is niet zo dat als ik stop, ik ineens meer tijd over heb. Die tijd vul ik toch weer op met andere dingen,” vertelt hij.
Wat is voor jullie het mooiste aan Don Bosco?
Janneke: “Speels en jong blijven, dat is zó Don Bosco.”Herman: “Ik voel me er ook nog steeds jong bij.”